Project Amboina, Bonaire
Op dit ogenblik is Archaeoconchology bezig met projecten zoals die op Bonaire. Deze site genaamd Amboina is in oktober en november 2019 opgegraven door Archol BV, Leiden. De site werd bewoond door inheemse indianengroepen en is op dit ogenblik gedateerd in de ceramische periode (ongeveer 1200-1400- AD). Op deze plek komt een uitbreiding van het scholencomplex wat nu naast de site aanwezig is. Hierdoor was het noodzakelijk om opgravingen te verrichten. Onder supervisie van de regio-archeoloog van de BES eilanden, Dr. Jay Haviser, en de directie van Archol, Tom Hamburg, zijn door Archol een aantal putten gegraven waarbij veel sporen zoals paalkuilen en ook inhumaties zijn aangetroffen.
Archaeoconchology heeft het dierlijk bot en schelpmateriaal ter plekke onderzocht en de uitkomsten zijn in het najaar van 2020 gerapporteerd aan de opdrachtgevers. In 2022 is de definitieve publicatie verschenen:
Nieweg D.C. 2022. Hoofdstuk 10: Archeozoologische resten (pp. 161-176) en Hoofdstuk 11: Artefacten van schelp en koraal (pp. 177- 192, met S. Knippenberg) in: Knippenberg, S. (ed.) 2022. Wonen en begraven op Amboina.Resultaten van archeologisch onderzoek op een van de omvangrijkste nederzettingssites uit de ceramische tijd op Bonaire. Archol rapport 598, Archol, Leiden.
Buitenhof, Den Haag (BUI20o), leeuwtje
In 2020 heeft de Gemeente Den Haag, Afdeling Archeologie, opgravingen uitgevoerd op het voormalige terrein van de stallen van de Graven van Holland aan het Buitenhof. Op dit terrein is al eerder onderzoek verricht door de afdeling archeologie, waarbij veel jachthonden en valken zijn opgegraven. Zie hiervoor de publicaties:
Veen, M.M.A. van & D.C. Nieweg 2023. Leeuwen op het Haagse Buitenhof. Exotische dieren van de Hollandse graven. In: Archeologie in Nederland. Jaargang 7, Nr. 2, juni 2023, P. 2-9, Uitgeverij Matrijs, Utrecht.
Pavlovic, A. & D.C. Nieweg 2007. De jacht met valken: recreatie, vermaak en privilege van de adel. Westerheem (Rondom de stad. Gemeentelijke archeologie in… Den Haag). Jaargang 56, februari 2007, Nr.1. 22-28.
Pavlovic, A. & D.C. Nieweg 2006. Archeologisch onderzoek Vijverhof (Valkhuis), Gemeente Den Haag. Afdeling Archeologie, Dienst Stadsbeheer. Rapport Nr. 0605, Februari 2006.
In 2020 zijn ook veel dierlijke resten opgegraven waaronder weer jachthonden en valken. Archaeoconchology kreeg de opdracht het dierlijk materiaal te onderzoeken en te rapporteren. Tijdens het onderzoek werd een zeer bijzondere vondst gedaan namelijk de linker voorpoot (humerus en ulna) van een jonge leeuw. Dit materiaal is vergeleken met een jonge vrouwtjes leeuw in Naturalis door Archaeoconchology. De exacte leeftijd is helaas niet te achterhalen. Duidelijk werd dat leeuwen voornamelijk in India en Noord-Afrika werden gevangen en dat het bijna altijd jonge dieren betreft. Onduidelijk is dus de exacte soort maar een ZooMS analyse zou hierbij duidelijkheid kunnen bieden. De moeder werd gedood en de welpjes meegenomen naar Europa. Deze dieren kwamen op hoven en in menagerieën terecht. Zo ook het Haagse leeuwtje. Hij werd mogelijk geschonken door de heren van Gelre aan de Graven van Holland rond 1344-1358. De link met een leeuw en het koningshuis en stadhouderlijk hof is snel gelegd en maakt het extra bijzonder dat in Den Haag dit leeuwtje is aangetroffen.
Herplaatsing geologische collectie Artis/ UvA
De geologische collectie was eigendom van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en is oorspronkelijk opgebouwd uit schenkingen. In 1810 werd C.G.C. Reinwardt benoemd tot ordinarius van de natuurhistorische collecties en dat was het begin van het onderzoek en waardering voor geologische en paleontologische collecties in Amsterdam. In 1883 kreeg de latere Nobelprijswinnaar Van ’t Hoff een mineralogisch-kristallografisch kabinet welke hij aan de Universiteit schonk. Deze schenking markeerde de oprichting van de geologische collectie van de Universiteit. In 1892 kwamen de Gemeente Amsterdam en het Koninklijk Zoölogisch Genootschap ‘Natura ARTIS Magistra’ overeen dat de zoölogische, geologische en paleontologische collecties van zowel de Universiteit en het Genootschap met elkaar zouden worden verenigd. Onderzoekers, UvA professoren en verzamelaars zoals Eugene Dubois, Max Weber, G. Molengraaff en H.A. Brouwer zorgden in de periode daarna voor universitair-wetenschappelijke aandacht voor de geologie en paleontologie en doneerden in een aantal gevallen hun collecties aan het Geologisch-Mineralogisch Laboratorium (het latere Geologische Instituut). Vanaf 1934 is het Geologisch Museum gevestigd geweest in het Geologisch Instituut van de UvA.
Bij de opheffing van het Geologisch Instituut bij de UvA in 1988 raakten de vele collecties van het instituut verweesd. De collectie van het Geologisch Museum werd in 1989 opgesplitst en verdeeld. In 2002 is de rest van de geologische en paleontologische collectie bij de UvA afgestoten en is er opnieuw een groot deel van de UvA collectie bij ARTIS terecht gekomen als permanente bruikleen. Het andere laatste deel is geschonken aan Naturalis Biodiversity Center in Leiden.
Het ARTIS Geologisch Museum (AGM) heeft bestaan van 1992 tot 2013 totdat het pand dat het museum huisvestte gesloopt werd ten behoeve van de verbouwing van de Plantage en ledenlokalen en de komst van Micropia en het ARTISplein. In 2011 sloot het museum al voor het publiek. In 2007/2008 is een begin gemaakt met het uitzoeken van de AGM-collectie waarbij de toenmalige collectiebeheerders en onderzoekers die in dienst waren van het AGM-ARTIS een deel van de collectie hebben geselecteerd samen met medewerkers van Naturalis. Naturalis Biodiversity Center heeft toen een groot deel (ongeveer 52.000 objecten) overgenomen. Andere kleinere collectieonderdelen zijn onder andere herplaatst bij het Natuurmuseum Nijmegen (nu De Bastei), het Natuurhistorisch Museum Maastricht, Geological Research and Development Centre in Bandung, Indonesië en het Museum für Ur- und Frühgeschichte te Hagen, Duitsland. Overgebleven waren delen voor educatie en de geologische opstelling in het museum dat toen nog open was. Deze restcollectie van ongeveer 4000-6000 objecten is opgeslagen in interne en externe depots. Tijdens de ontwikkeling van het Groote Museum is gekeken of er objecten waren die gebruikt konden worden voor dit museum. Een aantal objecten zijn daadwerkelijk gebruikt en nu te zien in het Groote Museum.
De rest van de overgebleven collectie wordt nu geïnventariseerd door Archaeoconchology en uiteindelijk aangeboden aan diverse geïnteresseerde musea. Eerst zal de collectie op de afstotingsdatabase van de Museumvereniging geplaatst worden volgens de LAMO procedure waarna de uiteindelijk collectie dus herplaatst zal worden in 2023/2024.
Onderzoek naar apen uit archeologische context
Samen met Bernardo Urbani (Venezuelan Institute for Scientific Research, Caracas, Venezuela; Humboldt Fellow, Leibnitz Institute for Primate Research, Gottingen, Duitsland) is Dennis Nieweg bezig met een onderzoek naar de archeologische resten van apen die gevonden zijn in Nederland (en Europa) en naar de herkomst van deze apen.
Een voorbeeld is de mogelijke Capucijneraap (Simia capucina) gevonden in Dordrecht in 1977 in een 16e eeuwse beerput aan de Heer Heymansuysstraat. In deze straat woonde de WIC bewindhebber Halewijn van Beaumond en met hem veel West-Indiegangers die de mogelijkheid hadden exotische dieren mee te kunnen nemen vanuit bijvoorbeeld Brazilië.
Updates over dit project zullen op de website gepubliceerd worden.